Naam: Maarten van Erp
Functie: Sportmanager Korfbal
Aantal jaar werkzaam op het CSE: 1
Sinds dit schooljaar is korfbal een nieuwe sport CSE Topsportacademie Nederland. Aan sportmanager Maarten van Erp de taak om deze te introduceren. “Het is pionieren, dus dat gaat met vallen en opstaan. Maar juist dat proces maakt mijn werk zo leuk.”
Al op jonge leeftijd kwam Maarten in aanraking met korfbal. “Mijn ouders speelden het allebei, dus het was een echte familietraditie. Door de jaren heen heb ik dan ook bij verschillende clubs en regioteams gespeeld. Het is wat mij betreft met afstand de leukste sport, omdat het zo vol dynamiek en spanning zit.”
Zijn passie voor coaching ontdekte Maarten tijdens zijn sportopleiding aan de CALO in Zwolle. “Door vakken en minors rondom talentontwikkeling te volgen, raakte ik geïnteresseerd in het begeleiden van jonge sporters. Uiteindelijk werd ik trainer bij het Regionaal Trainingscentrum. Op het moment dat ik hoorde dat het CSE korfbal ging introduceren, wist ik dat ik erbij wilde zijn."
Voor Maarten is goed coachen geen kwestie van voorzeggen of voordoen. “Ik probeer in mijn trainingen een setting te creëren waarin talenten zélf tot inzichten komen. Het proces waarin iemand zelf kan ontdekken hoe hij of zij beter kan worden, vind ik het meest fascinerend. Dat proces - in combinatie met mijn liefde voor korfbal - maakt dit werk voor mij zo mooi.”
Ik probeer de talenten zelf tot inzichten te laten komen.Maarten van Erp
Maarten startte in januari 2024 op het CSE en werd meteen op de proef gesteld: al vrij snel kwam de selectieprocedure voor de eerste lichting korfbaltalenten op gang. “Het was hectisch om alles op tijd rond te krijgen: contact met de bond, de verenigingen en het opzetten van het programma. Vanaf september 2024 zijn we officieel gestart, maar het programma blijft volop in ontwikkeling.”
Net als zijn favoriete sport is Maartens werk als sportmanager ook behoorlijk dynamisch: “Ik ben drie ochtenden per week in de sporthal te vinden. Daar geef ik training, maar ik heb ook contact met de stafleden. Daarnaast houd ik de ontwikkeling van de talenten nauwlettend in de gaten en analyseer ik hun voortgang. Daarnaast ben ik volop in gesprek met ouders, scholen en collega's om alles goed op elkaar af te stemmen.”
Als grootste uitdaging in zijn werk noemt Maarten het vinden van de juiste balans tussen belasting en rust bij de talenten. “We zijn met 26 leerlingen gestart en zij trainen nu gemiddeld zo’n acht keer per week. Dat is best veel, dus het is extra belangrijk om de intensiteit van de trainingen goed te doseren. Het is aan mij en mijn mede-coaches om te zorgen dat de talenten niet overbelast raken en blessures oplopen. Dat betekent dat we ook trainingen op een laag of middelhoog intensiteitsniveau aanbieden.”
Hoewel het schooljaar nog maar net is begonnen, kan Maarten nu al een persoonlijk hoogtepunt noemen: de samenwerking met Kees Vlietstra, de bondscoach van Team NL onder 21 en een ware korfbalguru. “Hij is een fantastische aanvulling op het programma en zijn ervaring en kennis zijn ook voor mij leerzaam. Daarnaast hebben we een tweede trainer die aan het begin van zijn carrière staat, en die dynamiek tussen de twee zorgt voor leuke discussies en nieuwe inzichten.”
“Wat mijn baan de leukste van het CSE maakt? Korfbal is mijn leven en dat ik daar nu mijn werk van kan maken, vind ik erg bijzonder. Ik ben verantwoordelijk voor zowel het beleid als de trainingen en heb contact met ouders en andere sportmanagers. Het is dus breder dan enkel trainer zijn bij een club en juist die diversiteit maakt het werk zo interessant en leuk.”